Soorten Diabetes
Afhankelijk van de oorzaak en het moment van optreden, onderscheidt men verschillende soorten diabetes:
Diabetes type 1
Diabetes type 1 wordt ook wel jeugd-diabetes genoemd omdat het meestal wordt vastgesteld in de kinderjaren.
Dit type van diabetes wordt veroorzaakt door een fout in het afweersysteem en vernietigt de cellen die de insuline aanmaken. Dit heeft als voornaamste gevolg dat de alvleesklier dit hormoon niet meer kan produceren. Er bestaat nog onduidelijkheid waarom het afweersysteem het plots laat afweten, Erfelijkheid speelt vermoedelijk een rol.
Diabetes type 2
Wordt vaak gezien als de mildere vorm van suikerziekte, maar dit klopt niet. De aandoening treedt meestal op bij veertigplussers en wordt ook wel ‘ouderdomsdiabetes’ genoemd. Opvallend is echter dat deze vorm de laatste jaren op steeds jongere leeftijd voorkomt.
In tegenstelling tot type 1-diabetes maakt de alvleesklier bij ouderdomsdiabetes nog wel insuline aan. Maar de hoeveelheid is onvoldoende of de lichaamscellen zijn minder gevoelig voor de werking ervan. Bij het ontstaan van type 2-diabetes speelt erfelijkheid een onmiskenbare rol, maar ook zwaarlijvigheid kan er de aanleiding voor zijn.
Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes is een zeldzame vorm die voorkomt bij 1 tot 2 procent van de zwangere vrouwen. Deze vorm van diabetes treedt meestal op tijdens de 2e helft van de zwangerschap en de symptomen zijn niet altijd even duidelijk. De meest voorkomende symptomen zijn grote dorst, abnormaal veel plassen. Zwangerschapsdiabetes is een stoornis in de koolhydraatstofwisseling die tijdens een zwangerschap tot stand komt.
Omdat bepaalde zwangerschapshormonen insulineresistentie (weerstand tegen de werking van insuline) veroorzaken, treedt er tijdens de zwangerschap een verminderde glucosetolerantie op. Dit betekent dat de regeling in het lichaam van het glucosegehalte van het bloed regelt niet goed functioneert en dat het lichaam niet alle opgenomen glucose kan verwerken.
In een normaal verlopende zwangerschap daalt de bloedsuikerspiegel ‘s ochtends, door de afgifte van suiker aan de baby. Na voedsel inname neemt deze bloedsuikerspiegel echter toe door de insuline resistentie. Dit is een normaal proces dat nodig is om de baby voldoende suiker te geven voor zijn energie en vetopslag.
Bij zwangerschapsdiabetes echter wordt de bloedsuikerspiegel te hoog. Daardoor blijft er te veel suiker in het bloed zitten. In de meeste gevallen verdwijnt de insulineresistentie en herstelt het glucosegehalte zich enkele dagen na de bevalling. Dat valt samen met het verwijderen van de placenta en dan verdwijnt ook de diabetes. Bij een minderheid blijft de diabetes bestaan.